[Copyrights & Disclaimer] Artikel uit de Westlandsche Courant van 07-08-2004

Eenden dragen vuil van twee continenten

WATERINGEN | Misschien is wit wel niet de beste kleur voor een auto waarmee je dwars door China, Mongolië, Rusland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Duitsland en Frankrijk rijdt.
Erik en Rob van der Voort, Erik Nederpel en Martijn van der Goes uit Wateringen vinden het echter een prima kleur voor hun twee besteleenden. Het bleke vuil van twee continenten is na zes weken rijden goed zichtbaar, en, dat bevalt de vier mannen best. De teller werd in Peking op nul gezet, en in Parijs werd de laatste kilometer geteld. 13.025 kilometer hebben de vier avonturiers er op zitten. Plus de kilometers van de Chinese havenstad Tianjin tot Peking en van Parijs tot Wateringen.
De route die ze hebben gereden is dezelfde die de Italiaanse journalist Barzini in 1907 reed. Hij deed voor zijn krant verslag van een wedstrijd die was uitgeschreven door de Franse krant Le Matin: rij met een auto zo snel mogelijk van Peking naar Parijs.
De vier zijn nog vol van hun avontuur, dat afgelopen zondag eindigde met een warm onthaal in Wateringen. De vrijdag daarvoor waren ze in Parijs aangekomen waar ze werden opgewacht door familie en vrienden. Eenmaal thuis zijn ze verbaasd over de grote belangstelling voor hun monsterrit.
Dat is alleen al af te lezen uit de hoge bezoekcijfers van de site www.2cv.nl van Marcel Duijnisveld. Hij zorgde ervoor de door gemailde avonturen direct op zijn site werden geplaatst.
De rit is voorspoedig verlopen. Zelfs een inbraak en een probleem met een lager drukten de pret niet voor de Wateringers.


'Opeens stonden we in de Gobiwoestijn'

Van Peking naar Parijs met twee besteleenden. Vier Wateringers legden die monstertocht af. Rustig achter de Chinese gids aanrijdend, denderend door de woestijn. kuilen ontwijkend in Rusland en sjezend door West-Europa. 'Op de camping bij Parijs was een spandoek opgehangen: We benne d'r!'

WATERINGEN | Op het terras van de Scrumpy Pub, tegenover het oude Wateringse raadhuis, doen Erik Nederpel en de broers Erik en Rob van der Voort hun verhaal. Martijn is nog een weekje op vakantie. Het schoeisel van de heren bestaat nog steeds uit gele en witte klompen. Op de witte staan twee eenden, op de gele de route van Peking naar Parijs. "Samen met de kaarten op de motorkappen waren dat prima middelen om waar dan ook uit te leggen waar we mee bezig waren", zegt Erik van der Voort. Het Wateringse terras biedt uitzicht op de parkeerplaats waar de eenden 'Roosje' en Bert en Ernie Badeend' (genoemd naar de afbeeldingen op de achterkleppen) staan. Je auto zet je niet uit zicht, hebben ze geleerd.

"We hebben een nacht de auto's onbewaakt laten staan en de volgende dag waren ze opengebroken", vertelt Erik van der Voort. "We hadden in Ulan Bator een feestje gehad bij de ambassadeur van Groot-Brittannië. De auto's stonden onbeheerd op straat. De volgende dag bleek dat dieven de zijramen eruit hadden gesneden. We misten onder meer de polaroidcamera, oplaadsnoeren, skates en de ehbo-kit. Gelukkig lagen de andere camera's en het gereedschap nog in de wagens. We hebben de ruiten er weer met kit in geplakt, in een winkel nog een universeel laadsnoer gevonden en zijn weer doorgereden".

Dat was eigenlijk de enige tegenslag die het kwartet had deze reis. Het begon al goed toen ze na een vliegreis en een paar dagen in Peking hun auto's mochten ophalen in Tianjin. "Op de kade zagen we direct onze container staan. Ik had dat eigenlijk niet verwacht",zegt Erik Nederpel. De auto's bleken de overtocht per boot goed te hebben overleefd. Na een dag kregen ze Chinese kentekenplaten opgeschroefd. "De platen werden verzegeld, pas aan de grens met Mongolië mochten ze er onder politietoezicht weer af. Een heel ritueel. Helaas mochten we ze niet houden."


De eenden op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking.

Hen werd ook een staatsgids toegewezen die behalve Engels verrassend goed Duits sprak. Die reed in een busje voor hen, ze hoefden slechts te volgen. "Zo tuften we relaxed naar de Mongoolse grens", zegt Rob. Zijn broer Erik: "Toen we eenmaal over de grens waren, misten we 'mister Guide' toch wel. Opeens stonden we in de Gobiwoestijn. Zandsporen waren de wegen en de eerste wegwijzer moeten we nog vinden."

Acht sporen
De Mongoolse hoofdstad Ulan Bator was nog ver weg en ze hadden acht sporen om uit te kiezen. "We vroegen het iemand en die wees één kant uit", zegt Erik Nederpel. "Maar wij dachten dat dat nooit kon. Eerst zijn we achter een vrachtwagen aangereden, maar die stopte bij een treinrangeerstation. Daarop 'zijn we op kompas een weg gaan volgen."

De tocht door de woestijn leek een zware gang. De twee toch lichte auto's moesten een paar keer uit het zand worden gegraven en het gemiddelde aantal kilometers per uur daalde enorm. De volgende dag pakten de mannen het anders aan. "We hadden in de verte auto's zien rijden en hoopten dat daar een betere weg lag. Toen zijn we gaan zoeken naar een stevig stuk waarover we naar die andere weg konden rijden." Wat ze aantroffen waren meerdere sporen door het zand naast elkaar. "Dat moest dus wel de goede weg zijn. Inderdaad kwamen we na vier dagen in Ulan Bator aan."

De grensoversteek tussen Mongolië en Rusland was de spannendste van de hele reis. Rob: "In de reisgids stond al dat deze post niet voor toeristen was, maar een andere grensovergang was voor ons te ver om. Daar aangekomen seinde de Mongoolse douanier ons dat we om de rij wachtenden heen mochten rijden, dat was mooi. Maar toen we voor de Russische douane stonden, kwamen we er niet doorheen. Hij dwong ons terug te rijden en te wachten. En achter ons wachtten anderen. De uren daarop liet de man alleen maar vrachtwagens door. Pas na de lunch mochten wij door.

Lager
De Russische wegen waren bedroevend slecht, het wegdek zat vol diepe kuilen. De Wateringers kozen er voor om in het gras te rijden. Pas in de buurt van Moskou werden de wegen beter. Erik van der Voort: "Je merkte ook dat je langzamerhand in West-Europa kwam. Er waren opeens reclameborden en supermarkten."


Op het Rode Plein in Moskou.

Nog voor Moskou dreigde een versnellingsbaklager van de Bert en Ernie Badeend het te begeven. "Een lawaai", vertelt Erik Nederpel. "Diezelfde avond hebben we bij een hotel de bak uitgebouwd. Gelukkig bleek het lager dubbel, dus konden we 'm omdraaien. Wel hebben we onze technische man in Nederland, Frank van Koppep, gevraagd om dat lager op te sturen naar Polen, voor het geval dat. We hebben het niet nodig gehad". In Moskou trakteerde het Viertal zichzelf op een 'megaluxe' hotel. "Wij kwamen binnen op onze klompen en vroegen om een kamer. Hadden ze alleen suites. Toen hebben we dat maar gedaan, we hadden het wel een beetje gehad."

Tijdens de twee dagen in de stad werden alle bezienswaardigheden bezocht. Daarna ging de tocht door naar Sint Petersburg, waar de Hermitage werd bewonderd. Rob: "Dat gebouw is al een kunstwerk op zich, afgezien van de enorme hoeveelheid kunst die het herbergt." Na een rit door de Baltische staten werd Polen aangedaan. In Warschau werd gedineerd met een vriend die toevallig in de buurt was. Diezelfde avond reden ze de Poolse hoofdstad al weer uit. "Dat was een systeem waar we erg tevreden over waren en we bij meer grote steden hebben toegepast. 's Middags de stad in, rondkijken en 's avonds buiten de stad een plek voor de overnachting zoeken. Dat scheelde veel tijd, want zo hoefden we ons 's ochtends niet door de ochtendspits te worstelen.

In het zuiden van Polen, in Opole, wachtte de Wateringers nog een heuse, persconferentie. "Dat had iemand van de Poolse vestiging van onze hoofdsponsor Holland Contracting geregeld. Die kende een journalist en zo ging dat balletje rollen. We zijn geïnterviewd voor radio, televisie en kranten. We waren daar even wereldberoemd", zegt Erik van der Voort. "Op de routeplanner die we daar tot onze beschikking hadden, zagen we dat de kortste weg naar Parijs over Praag ging. Pakten we die stad dus ook nog even mee. We hebben nog even staan wachten bij de beroemde klokken toren, maar er gebeurde niets."


Erik Nederpel. Erik van der Voort, Martijn van der Goes en Rob
van der Voort voor de Eiffeltoren: Parijs is gehaald binnen de tijd.

Euforie
De volgende dag, vrijdag 30 Juli, stond Parijs uiteindelijk op de borden langs de snelweg. 's Middags werden ze als helden ontvangen op een camping in de buurt van Parijs, waar de Westlandse Citroën Club de tenten had opgeslagen. Ook de ouders van Rob en Erik en Martijn meldden zich daar.

Volgens planning stonden de vier Wateringse wereldreizigers de laatste dag van juli onder de Eiffeltoren. Voor Rob was het euforie dat daar overheerste, de twee 'Erikken' bekennen dat ze al eerder het gevoel hadden 'het te hebben gehaald'.

"Aan het rijden was de laatste dagen eigenlijk niks meer aan. De wegen waren goed, alles was goed aangegeven. Het avontuur was er sinds Moskou wel een beetje af", zegt Erik van der Voort. Erik Nederpel: "Nee, ik dacht in Polen 'Nu hebben we 'm wel'."


Bump2004 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Holland Contracting: Het detacheren van productiekrachten op een legale en maatschappelijk
 verantwoorde wijze.
Franse Slag.nl: evenementen organisatie SKICK
Mol ingenieursbureau: Allround milieukundig adviesbureau
2CV partners: Specialist in 2cv onderhoud en restauratie
Nederpel K & V: verwarmingstechniek - uitvindersbureau
Cascade bv: Specialist in tuinplanten; buitenvarens siergrassen agapanthus en aardbeien
 op pot
Michel and Ellis: in een Volkswagen transporter naar China
WC Club: Westlandse Citroën Club

Terug naar de Bump2004 index.