![]() Menno & Marnix: Delft - IndiaYazd, Iran, 20 december 2000Dag allemaal, Alweer halverwege Iran, Yazd om precies te zijn, zo'n 17.000 km op de teller alweer, nog steeds geen problemen. Hier in Yazd is het winter, ik denk zelfs kouder dan in Nederland. En vanaf nu wordt het alleen maar ouder en kouder, in Oost Turkije, waar we over een weekje zijn, kan het 's winters zo'n 40 graden vriezen dus dat wordt nog wat... Vanuit Quetta heb ik vorige week geprobeerd Eendreis16 te sturen, niet gelukt toen, een te trage verbinding aldaar. Ik denk dat ik deze keer meer succes heb: Dag allemaal, Met zo'n 14.000 km op de teller zijn we vanmiddag aangekomen in Quetta. Alweer halverwege Pakistan dus, morgen blijven we nog in Quetta, daarna rijden zo snel mogelijk door naar Iran, eerst naar Dalbandin, daarna naar Taftan, aan de Iraanse grens. Helaas hebben we voor Iran slechts een 7-daags transit-visum gekregen wat ongeveer inhoud dat je toestemming hebt om door het land te rijden maar dat je ook zo snel mogelijk weer op moet zouten. Gelukkig kunnen we dit visum nog eens verlengen met 5 dagen, totaal hebben we dan dus 12 dagen om door Iran te rijden, eigenlijk net genoeg. Ok, hier nog even het laatste tekstfragment van Eendreis15 ...We zijn tenslotte ook naar Jaisalmer gekomen om een camelsafari te maken. De volgende ochtend zullen we om 9.00 uur ochtends vertrekken. De rest van de avond ga ik naar het internetcafe in het centrum om aan m'n reisverslag te werken. Als ik weer terug kom bij het guesthouse liggen Marnix en Ignace al te slapen, ik kruip dus ook maar in bed.... Vandaag is het dan eindelijk zover, de camelsafari, we hebben er lang naar uitgekeken, maar nu is het dan eindelijk zover. We staan vroeg op en na het ontbijt wachten we voor het guesthouse op de jeep die ons naar de kamelen zal rijden. De baas van het guesthouse heeft ons een aantal Nederlanders als reisgezelschap beloofd, in plaats daarvan moeten we het doen met drie Italianen en een Noors meisje. Nou ja, het is niet anders. Met z'n 6-en achter in de jeep gepropt, Ignace de Belg heeft geluk, hij zit naast de bestuurder, rijden we een eind de woestijn in. Na een half uurtje rijden worden we gedropt ergens midden in de woestijn. Gelukkig zien we al snel een paar kamelen in de verte aankomen, welgeteld 7 kamelen en vier begeleiders. Waar we al op gehoopt hadden, ieder z'n eigen kameel. Van andere reizigers hadden we namelijk gehoord dat het gebruikelijk was dat je met z'n tweeen op een kameel zat. We maken kennis met de begeleiders, aardige begeleiders zo op het eerste gezicht, en daarna zoeken we allemaal onze eigen kameel uit. Mijn kameel heet Rajoe en volgens mij is het wel een relaxte kameel. Alle bagage wordt op de rug van de kamelen gebonden en daarna gaat de tocht echt beginnen. Het opstijgen, of hoe noem je dat ?, is altijd even oppassen, een kameel gaat namelijk eerst met z'n achterpoten omhoog, zodat je bijna gelanceerd wordt als je daar niet op bedacht bent. Het berijden van de kameel is toch even wennen, je wordt behoorlijk heen en weer geschud als je op z'n rug zit en echt comfortabel zit het zadel ook weer niet. De kameel van Marnix is een beetje een wilde, hij wordt geleid door een van de begeleiders. De rest mag de kameel zelf besturen, met een touw dat verbonden is aan twee pinnen die door de neus van de kameel zitten, kun je de kameel besturen. We zijn blij als er na een uur of twee een pauze wordt ingelast. Even de benen strekken is een welkome afwisseling na een paar uur schudden. De kamelen worden afgeladen en daarna worden ze vrij gelaten, een touw om de voorpoten zorgt ervoor dat ze in de buurt blijven, ze kunnen zich nog wel langzaam voortbewegen. De begeleiders gaan een maaltje voor ons koken op een houtvuurtje, het is allemaal prima geregeld, het eten is geregeld en wordt voor ons gekookt, genoeg mineraalwater en vanavond hebben we een biertje. Na een pauze van drie uur is het weer tijd om op te steigen. We zwerven uren door de woestijn heen, op wat geiten na zijn we de enigen hier. Als het tegen zonsondergang loopt zoeken we een geschikte plek om te slapen, een zandduin met wat kleine boompjes voor de beschutting. Er wordt weer voor ons gekookt, wat een luxe. Na het eten bouwen we een kampvuurtje, de Italianen en de Noorse bouwen hun eigen kampvuurtje, ik geloof niet dat ze zin hebben om een beetje te socializen, eigenlijk zijn het maar een stelletje eikels, ze zijn de godganse dag aan het blowen en ze zijn absoluut niet in voor een praatje, ook niet met de begeleiders. We zitten met de begeleiders rond het kampvuur en we drinken bier, de begeleiders drinken geen bier, het zijn moslims, erg vriendelijke lui, het zal geen toeval zijn. Voor we gaan slapen kijken we naar de sterrenhemel, fantastisch, omdat er totaal geen lichtvervuiling is hier, is de sterrenhemel erg helder. De kamelen liggen een paar meter verderop, je hoort ze constant herkauwen en zo af en toe laten ze een scheet, en niet zomaar een scheet, de hardste scheten die je ooit gehoord hebt, eigenlijk zijn het maar een stel stinkbeesten die kamelen, ze boeren trouwens ook en ook die boeren ruiken niet erg fris. Verder zijn het mooie sterke beesten, ze doen geen vlieg kwaad, erg goedmoedige beesten. Met de stinkende en boerende kamelen naast ons vallen we uiteindelijk toch in slaap. De volgende dagen verlopen zo een beetje hetzelfde als de dag hiervoor. Na twee en een halve dag zit de tocht erop, we komen weer aan bij het beginpunt, we hebben een rondje gemaakt. Twee en een halve dag is ook ruim voldoende voor een camelsafari, op een gegeven moment is het toch niet echt comfortabel meer, dat constante geschud op de rug van de kameel. We nemen afscheid van de begeleiders en van onze Italiaanse 'vrienden' en we wachten op de jeep die ons terug zal brengen naar het guesthouse. Voor vanavond hebben we de trein gereserveerd naar Jodphur, dus we moeten inpakken, eten en naar het station. We eten voor het laatst met z'n drieen, Ignace neemt over een paar dagen de trein richting het zuiden van India, en wij beginnen alweer aan de terugtocht naar Delhi, waar de eend staat. Na het eten nemen we afscheid van Ignace en daarna brengt de baas van het guesthouse ons naar het station. Het wordt weer een korte nacht vannacht, de trein vertrekt om 22:30 en komt om 4:30 al aan in Jodphur, helaas was er geen directe trein naar Delhi, maargoed een dagje rondkijken in Jodphur is ook leuk. Met een slaperig hoofd komen we om een uur of half vier 's nachts dus aan in Jodphur. Als we de trein uitlopen komen er meteen alweer riksja-drivers naar ons toe, gelukkig maar want we vreesden eigenlijk dat ze rond dit uur van de nacht niet zouden werken. We laten ons afzetten bij The Blue House, een in de Lonely Planet aangeprezen guesthouse. Gelukkig wordt er open gedaan en zonder een ochtendhumeur te bespeuren wijst iemand ons een kamer. Eerst maar eens wat slapen... Om een uur of 11:00 ochtends worden we weer wakker, douchen, ontbijten en de stad in. Eerst maar eens richting het fort, elke belangrijke Indiase stad heeft z'n eigen fort. Het fort is bovenop een rotsformatie gebouwd, het ligt daar erg strategisch en de Lonely Planet beloofd ons een fantastisch uitzicht. Na een lange klim zijn we eindelijk boven, het is een van de mooiste forten die we tot nu toe gezien hebben en het uitzicht is inderdaad erg mooi. Jodphur wordt ook wel de Blauwe stad genoemd, bijna alle huizen zijn blauw geschilderd, allemaal verschillende tinten blauw, een erg indrukwekkend gezicht vanaf deze hoogte. Na het fort lopen we nog wat rond door het oude centrum, eigenlijk zijn we blij dat we niet direct door zijn getreind naar Delhi, Jodphur is een leuke sfeervolle stad. Maar goed vanavond nemen we alweer de trein naar Delhi, we moesten maar weer eens richting guesthouse, na het eten nemen we een riksja naar het station. Het is druk in de trein, maar gelukkig hebben we twee sleepers gereserveerd, lekker slapen tot aan Delhi. Om 6:00 uur de volgende ochtend worden we gewekt door de wekker, we zijn al bijna weer in Delhi. In Delhi nemen we een riksja naar ons oude stekje, The Tourist Camp, waar, als het goed is, de eend op ons wacht. Als we aankomen op de camping komen de waakhonden ons kwispelend verwelkomen, ze herkennen ons waarschijnlijk nog of het zijn gewoon slechte waakhonden. We treffen de eend onder een dikke laag stof aan... smog dus... (wordt vervolgd) Menno Deel 16: Esfahan, Iran, 24 december 2000 |