Menno & Marnix: Delft - India
Quetta, Pakistan, 1 november 2000
Dag allemaal,
Na enkele uren klooien is het dan toch eindelijk gelukt, misschien? De verbinding is hier nogal traag en hij wordt
steeds verbroken, een Aziatische verbinding noemen we dat.
Hier een bericht uit Pakistan!!! 10.000 km verderop en het eendje rijdt nog steeds, nog geen enkel probleem gehad!,
wat een fantastisch autootje is het toch!! In eendreis4 was ik blijven hangen in Tabriz, zo'n 400 km van de grens van
Turkije.. In Bam, 400 km voor de grens met Pakistan zijn we Nederlanders met de labtop weer tegengekomen, vandaar
dat ik weer een uitgebreid reisverslag kan versturen.
De volgende dag verlaten we Tabriz weer, vandaag willen we naar de Kaspische Zee rijden. Om bij de Kaspische Zee
te komen moeten we iets afwijken van de route, maar we hebben de tijd en we willen het grootste meer ter wereld wel
eens zien. Omdat we ons nog steeds op de hoogvlakte bevinden is het buiten weer koud, nat en winderig. Om de
Kaspische Zee te bereiken moeten we een hooggebergte doorkruisen, Kuhma-Ye-Tales. Op onze kaart staat een
hoofdweg dwars door dit gebergte aangegeven dus dat zal wel goed komen, denken we. Maar anders dan verwacht
en anders dan de kaart aangeeft wordt de weg slechter en slechter. Soms moeten we de eend in z'n een de steile
hellingen oprijden. Gelukkig is landschap waar we doorheen rijden weer prachtig, dat maakt een hoop goed, de route
zal ons alleen veel meer tijd gaan kosten dan we hadden gedacht. De weg wordt op een gegeven moment zo slecht
dat het afgelopen is met het asfalt, we moeten het doen met een onverharde weg. Uren achterelkaar rijden we in z'n
twee over de grindpaden. Overal kuilen en hobbels, we moeten erg voorzichtig rijden om de auto te sparen. We moeten
kleine riviertjes doorkruisen en constant helling op helling af. We vervloeken de kaart, wat een eikels die kaartmakers,
een hoofdweg noemen ze dat, wij kunnen er niet meer van maken dan een karrenspoor dwars door het ruige gebergte
heen, maargoed dat is natuurlijk wel het avontuur. Na een paar uur rijden krijgen we weer asfalt onder de banden,
gelukkig maar. We komen op een T-splitsing waar de plaatsnamen alleen in Farsi (Perzisch) aangegeven staan, en
Farsi valt absoluut niet te ontcijferen, het heeft erg veel weg van Arabisch. Gelukkig staat er vlakbij de T-splitsing een
lemen hut, op het land erachter is een Iranese familie de oogst aan het binnenhalen, tomaten, meloenen en
komkommers, misschien dat zij ons de weg kunnen wijzen. Natuurlijk worden we meteen uitgenodigd voor het eten,
we hadden niet anders verwacht na een paar dagen Iran. Met z'n allen in de lemen hut eten we rijst, komkommer,
meloen en tomaat. (zie foto). We zijn met z'n 11-en, de sfeer is goed, het is een vrolijke familie. Ze spreken helaas
geen Engels maar de communicatie verloopt toch redelijk. We krijgen les in Farsi. Na het eten moeten we werken voor
de kost, we helpen bij het plukken van de tomaten. Na het vullen van een paar kisten moeten we helaas weer verder,
we hebben nog een lange weg te gaan en het wordt weer vroeg donker. We krijgen tomaten en meloenen mee en we
nemen afscheid. Als we verder rijden zien we in de verte een hoge bergketen oprijzen, besneeuwde toppen, als we
daar maar niet overheen hoeven... En ja hoor na een uurtje klimmen in z'n twee rijden we door de wolken in de sneeuw,
op de kaart is natuurlijk niks te zien van de pas. Na een lange afdaling komen in de groene wouden van de Kaspische
provincie, het is hier erg vruchtbaar overal bos en landbouw. Als we eenmaal beneden zijn, we zijn nu weer op zeeniveau,
begint het helaas alweer te schemeren, we zijn nog lang niet op de plaats van bestemming. De bergen en de slechte weg
hebben ons enorm opgehouden. Omdat het nu echt donker is geworden en het eigenlijk te gevaarlijk wordt om door te
rijden besluiten we door te rijden tot de eerstvolgende stad, Rasht. Als we nog zo'n 50 km voor Rasht zijn zien we in
de verte een vuur branden, op de weg. Als we dichterbij komen blijkt het een brandende autoband te zijn, aangestoken
door de politie, er is een vreselijk ongeluk gebeurd. Twee auto's frontaal op elkaar, aan de wrakken te zien heeft niemand
het ongeluk waarschijnlijk overleefd. Voor ons is het weer een harde waarschuwing, we beseffen weer dat we absoluut
niet in het donker moeten rijden, nog voorzichtiger dan even tevoren rijden we verder, ik zie telkens de wrakken voor
me en ik probeer zo geconcentreerd mogelijk te rijden. Rond een uur of 20.00 komen we dan eindelijk aan in Rasht, ik
ben opgelucht dat we het weer zonder brokken hebben gehaald. Een goedkoop hotel vinden valt weer niet mee. In
Iranese hotels vragen ze namelijk de zogenaamde 'Tourist Price', deze prijs is soms wel 10x hoger dan de prijs die
Iranezen betalen. Uiteindelijk vinden we een middle class hotel voor een redelijke prijs. De volgende dag slapen we
uit, vandaag hebben we een soort rustdag. Om een uur of 13.00 checken we uit, onbijten we op ons gemak en rijden
we rustig langs de Kaspische kustlijn naar Ramsar, zo'n 150 km verderop. Halverwege de middag komen we aan in
Ramsar, een vrij toeristische kustplaatsje. Omdat het laagseizoen is kunnen we voor erg weinig geld (f10,- p.p.) in
een luxe hotel overnachten, onze kamer heeft meer weg van een appartement eigenlijk: woonkamer, keuken, slaapkamer,
grote badkamer, toilet. 's Avonds gaan we naar een strandtent, we bestellen warme chocolademelk en een waterpijp met
appeltabak. Het is bestwel even wennen om helemaal geen alcohol meer te mogen drinken maar we moeten er maar mee
leren leven de komende tijd.
De volgende ochtend staan we vroeg op, we moeten aardig wat km's maken om
ons doel voor vandaag te halen: Qom, zo'n 200 km ten zuiden van Teheran. We moeten niet alleen veel km's maken
maar we moeten ook weer de Kuhma-Ye-Tales doorkruisen. Op de kaart staat een Highway aangegeven, maargoed het
vertrouwen in de kaart is een beetje afgenomen sinds de rit van eergisteren. En al gauw blijkt dat we de kaart niet voor
niet wantrouwen. Dit keer is de weg gelukkig wel overal geasfalteerd maar op een gegeven moment rijden we op een
hoogte van meer dan 3000 m. Overal om ons heen is het wit en zo nu en dan sneeuwt het zelfs. Als we weer afdalen
begint het steeds harder te regenen. De route die we rijden is prachtig, de weg is uitgehouwen in de rotsen, de
waarschuwingsborden met 'pas op voor vallende rotsblokken' zijn hier niet bepaald overbodig. De weg ligt soms vol
met naar beneden gekomen rotsblokken. We zijn blij als we eindelijk weer beneden zijn en de weg weer wat vlakker
wordt. Hoe dichter we Teheran naderen hoe drukker het wordt, we moeten zorgen dat we om Teheran heen rijden en
dat we niet per ongeluk in de stad belanden. Maar alles gaat gelukkig goed. De weg waar we op rijden is zesbaans
en zo vlak als het maar kan, wat een contrast met het bergweggetje waar we een uurtje geleden nog op reden. Ook de
omgeving is totaal anders, het landschap is plat, droog en uitgestrekt. Omdat we Qom niet gaan halen voor het donker
besluiten we om een hotel te zoeken in Saveh. Eenmaal in Saveh blijkt het weer niet makkelijk om een goedkoop hotel
te vinden. We vragen aan een paar studenten of zij iets weten, gelukkig spreken ze een beetje Engels en ze tekenen
een platte grondje om duidelijk te maken hoe we er heen moeten rijden. Helaas, het hotel blijkt vol, de kansloze
zoekactie wordt weer voortgezet. Dan zien we ineens de studenten weer, ze hebben een auto geregeld en zijn ons
achterna gereden. We leggen uit dat het hotel vol zit, ze weten nog wel iets anders en we moeten ze maar volgen.
We rijden een heel eind de stad uit, we vragen ons af waar we heengaan, we rijden ergens op een industrieterrein,
als hier al een hotel zit dan moet het wel een heel vaag hotel zijn. Buiten onze verwachting om belanden we bij
een vrij luxe hotel. Maar zoals we al hadden vermoed, het hotel is veel te duur voor ons budget. Wat nu? We
beginnen de moed een klein beetje te verliezen. De studenten hebben met ons te doen zo lijkt het, ze overleggen wat
in het Farsi, we kunnen er niks uit op maken. Dan komt er in gebrekkig Engels uit dat we bij een van hen kunnen slapen.
We twijfelen geen moment en we nemen het aanbod meteen aan, we rijden weer richting de stad. Als we aankomen bij
het huis blijkt het huis leeg te staan, het staat te koop, alles is net geschilderd en het ziet er erg netjes uit allemaal.
Gelukkig kunnen we de eend op de binnenplaats zetten, achter een groot stalen hek. De drie studenten laten ons het
huis zien, douche, keuken, een aantal kamers, we hadden het niet beter kunnen treffen. De studenten laten ons alleen,
ze komen over een uurtje weer terug zeggen ze. We pakken onze slaapspullen uit de eend en daarna bereiden we een
maaltje, omelet met Iranees brood (plat en hard). Het eten smaakt erg goed na zo'n vermoeiende dag. Na een uurtje
komen de studenten weer, ze hebben een aantal vrienden meegenomen. Ze hebben van alles voor ons meegenomen:
augurken, brood, bier!!, wodka!!!, vlees, een radiocassetterecorder, enz, enz. Er worden kleden op de grond uitgespreid
en het feestje kan beginnen, de wodka wordt gemengd met bier. Het wordt steeds drukker, achterelkaar komen er nieuwe
mensen binnen. Wie had dat ooit verwacht?, dat we nog eens bier en wodka zouden drinken in Iran. We vragen ons af
wat er gebeurd als we gepakt zouden worden met een biertje in Iran. De straffen hiervoor zijn vrij extreem, strikt
genomen zou je 21 dagen de cel in moeten. Maar de politie is absoluut niet bevoegd om huiszoeking te doen in
Iran, dus we hoeven ons geen zorgen te maken. Het wordt een gezellige avond en we gaan laat naar bed.
De volgende
dag worden we vrij laat wakker, een beetje last van een kater. We nemen afscheid van de studenten en rond een uur of
12.00 rijden we weg. Vandaag willen we tot Esfahan rijden, Esfahan ligt vrij centraal in Iran, ongeveer op de helft op onze
weg naar Pakistan. De weg is perfect, vierbaans en nieuw asfalt, het landschap is vrij saai, droge dorre zandgrond met
overal kleine verdorde struikjes, op de achtergrond rotslandschap, we rijden aan de rand van de ****** woestijn. Omdat
we flink door kunnen rijden komen we vrij vroeg in de middag aan in Esfahan. Van andere reizigers hebben we gehoord
dat er een goed guesthouse in het centrum van Esfahan moet zijn: Emir Gabir. Tot onze verbazing rijden we er zo heen,
zonder al te veel zoekwerk. Het verkeer is gekkenhuis in deze stad, alles rijdt dwars door elkaar heen, rijbanen bestaan
niet, voorrang bestaat niet, afsnijden is de normaalste zaak van de wereld, de toeter het meest gebruikte onderdeel.
We vragen ons af of er in Iran überhaupt zoiets bestaat als een rijbewijs of dat je je rijbewijs bij de aankoop van je
auto krijgt. Maargoed, zonder schade bereiken we het guesthouse, de eend kan op de bewaakte parkeerplaats,
perfect. Onze kamer is niet meer dan een ingebouwde kast, ik schat zo'n 5 m2, verder is alles ok, een binnenplaats,
een dakterras, internet etc. Tegen het eind van de middag zoeken we een restaurantje op, Iraanse Pizza met Coca Cola,
het flesje is precies zoals onze Coca Cola. Het smaakt prima die pizza hier, de Italianen kunnen er nog wat van leren.
's Avonds relaxen we een beetje, we praten wat met andere reizigers, de Slovenen die we in Dugabayazit waren tegengekomen
zijn er ook, bijna iedereen legt dezelfde route af en gaat naar dezelfde guesthouses toe.
De volgende dag hebben we een afspraak
met een kennis van Matrix: Hooman is z'n naam. Marnix heeft hem leren kennen in Utrecht, Hooman was deze zomer in
Nederland op summerschool van geneeskunde. 's Middags bekijken we de stad, Esfahan schijnt een van de mooiste
steden te zijn van Iran. We lopen door de bazar, we komen op een prachtig plein met een aantal moskeen en fonteinen en
we zien nog wat andere bijzondere gebouwen. Om 17.00 uur hebben we met Hooman afgesproken bij het guesthouse. We
lopen wat door de stad met Hooman en uiteindelijk belanden we bij Hooman thuis, hij woont in een groot appartement aan
de rand van het centrum. Z'n ouders wonen beneden in een gescheiden woning. In Iran is het vrij gebruikelijk dat je vlak
in de buurt, meestal boven of onder je ouders woont. Als we binnen zijn krijgen we bijna meteen een biertje aangeboden,
een halve liter Faxe (Deens bier), straatwaarde zo'n 45.000 rial, wat overeenkomt met zo'n fl 12,50, een duur biertje dus.
Later op de avond komen er wat vrienden van Hooman over de vloer, morgen is het weekend, in Iran is er maar een vrije
dag per week, de vrijdag. Later op de avond komt de zelfgestookte 'whisky' en zelfgemaakte wijn op tafel, ik denk dat
weinig mensen kunnen zeggen dat ze ooit Iraanse wijn gedronken hebben, niet dat die echt lekker is, maargoed. Het
is al laat als een van Hooman's vrienden ons naar het guesthouse brengt. In een lichte roes vallen we snel in slaap.
De dagen hierna blijven we in Esfahan, Hooman en z'n vrienden laten ons alles van de stad zien en 's avonds zitten
we meestal bij Hooman thuis. Het weer in Esfahan is fantastisch, elke dag is de lucht stralend blauw en de temperatuur
loopt op tot zo'n 30 graden.
Na een paar dagen Esfahan rijden we weer verder. Vandaag willen we tot Shiraz rijden, de
afstand die we moeten afleggen is niet zo groot, zo'n 400 km, we kunnen rustig aan doen dus. Onderweg komen we
langs een aantal zoutmeren. Een prachtig gezicht, het is alsof de meren met ijs bedekt zijn, we stoppen even langs
de kant van de weg om van het uitzicht te genieten en we maken wat foto's. De wegen zijn helaas niet meer zo vlak
als tussen Saveh en Esfahan, we moeten af en toe weer terug naar z'n twee, maargoed het uitzicht is daarentegen
erg mooi. Rond een uur of 15.00 komen we aan in Shiraz, op de een of andere manier lukt het ons niet om in het
centrum van de stad te komen, waar alle hotels zijn. Marnix vervloekt de Lonely Planet om z'n onduidelijke kaartjes.
Als we de weg naar het centrum vragen snappen ze ons niet, het lijkt wel of niemand hier Engels spreekt. Al met al zijn
we twee uur bezig om een hotel te zoeken. Omdat Marnix morgen jarig is zoeken we een wat luxer hotel dan normaal,
maar goed uiteindelijk hebben we dan een geschikt hotel gevonden. 's Avonds lopen we wat rond door de stad, het is
niet echt veel bijzonders deze stad.
De volgende dag is Marnix dus jarig, wel raar om zo in het buitenland je verjaardag
te vieren, over een kleine maand ben ik zelf ook jarig maar dan zitten we gelukkig al in India, waar we in ieder geval een
klein feestje kunnen vieren met bier. Als verjaardagspartijtje gaan we vandaag naar Persepolis. Persepolis ligt zo'n 50
km buiten Shiraz, dus we gaan er met de eend heen. Persepolis (letterlijk: Perzische stad) is een soort paleizencomplex
dat al in 512 voor Christus gebouwd is. De grote keizers van het Perzische rijk hebben dit paleizencomplex zo'n 2500 jaar
geleden laten bouwen. Uit alle windstreken van het rijk werden hier mensen ontvangen voor grote feesten en gelegenheden.
Het complex is destijds zo groot opgezet dat zolang na dato nog een groot deel overeind staat. Voornamelijk de gigantische
zuilen staan nog overeind. Toen Alexander de Grote het gebied veroverde brandde hij het hele complex af, maar gelukkig zijn
de schitterende reliëfs van het grootste paleis nog intact gebleven. Prachtige afbeeldingen van legereenheden en gasten uit
alle delen van het rijk, van India tot Oman, Italië en Noord Afrika. Achter het paleizencomplex in de rotsen zijn een aantal
graven uitgehouwen voor de Perzische keizers, maar de echte grote heersers zijn begraven in gigantische graven een
paar km verderop. Kruisvormige graven met enorme afmetingen op grote hoogte uitgehouwen in de rotsen. Na het bezoek
aan Persepolis rijden we weer terug naar Shiraz. We eten kebab, dit is zo ongeveer het enige wat je kunt krijgen in de kleine
restaurantjes. Na het eten gaan we naar de bioscoop, we betalen 1,25 om binnen te komen. De bioscoop ziet eruit alsof ze
hier nog in de jaren 70 leven, oude getekende affiches. We kiezen op de gok een film uit, het is een een of andere schietfilm
uit Pakistan of India, zoals de bioscoop zelf al deed vermoeden ziet de film er ook uit alsof ie gemaakt is in de jaren 70.
De film is gewoon te slecht om helemaal uit te kijken dus halverwege de film hebben we het wel weer gezien. We lopen
terug naar ons hotel. Vanavond gaan we maar vroeg slapen, en dat op Marnix z'n verjaardag, maar goed hij kiest er zelf
voor, hij wil morgen om 5.00 uur opstaan zodat we in een dag in Bam kunnen komen.
De volgende ochtend staan we dus
om 5.00 uur naast ons bed, buiten is het nog donker. Als we rond een uur of 6 wegrijden is het gelukkig alweer licht buiten.
Het wordt een lange rit vandaag, we moeten zo'n 800 km afleggen. Het landschap is een beetje saai, het begint hier steeds
meer op een woestijn te lijken, eindeloze vlaktes met zanderige gronden en schaarse begroeiing. Als we in de buurt van
Kerman zijn rijden we fout, van het ene op het andere moment wordt er niks meer in het Engels aangegeven, alleen nog
in het Farsi. Het kost ons een uur om weer op de goede weg te komen. Rond een uur of 17.00 begint het alweer te
schemeren, we zitten nog zo'n 80 km voor Bam, als we niet waren fout gereden hadden we Bam waarschijnlijk voor
het donker gehaald. Het wordt dus weer een gevaarlijk stukje rijden. Gelukkig overleven we het deze keer ook weer,
om een uur of 18.00 rijden we Bam binnen. Bam ligt nog zo'n 400 km voor de grens met Pakistan. Van andere reizigers
hebben we gehoord dat in Bam een erg relaxed guesthouse zit: Kabir. Na een tijdje zoeken vragen we de weg maar weer,
een vriendelijke Iranees rijdt voor ons uit en wijst ons de weg. Als we aankomen bij het guesthouse wordt de poort geopend
en rijden we de eend op de binnenplaats. Op de binnenplaats staan een aantal dadelpalmen, op de grond ligt een Perzisch
tapijt waar wat mensen met elkaar aan het praten zijn. Dan herkennen we ineens een aantal mensen, de Nederlanders die
op de motor zijn en de Duitser die met het openbaar vervoer reist, we hebben ze leren kennen in het guesthouse in Esfahan.
De kamers zijn groot en goedkoop, er wordt elke avond gekookt en de sfeer is erg relaxed. Hier blijven we wel een paar
dagen om een beetje te relaxen. Als we de spullen op de kamer hebben gezet kunnen we meteen aanschuiven, gezeten
op het Perzische tapijt vullen we onze hongerige magen. Na het eten praten we een beetje met de andere reizigers. De
meesten gaan vrij vroeg slapen, wij volgen het voorbeeld maar want we zijn moe na zo'n 12 uur achterelkaar rijden.
De volgende dag slapen we uit, daarna ontbijten we gezamenlijk op de binnenplaats, het is erg warm buiten, ik schat
zo'n 35 graden, maargoed we zitten ook midden in de woestijn nu. Bam is een soort oase, overal palmbomen. Na het
ontbijt gaan we even de stad in, volgens de eigenaar van het guesthouse, hij rijdt zelf in een Dyane, zit er in het centrum
een Dyane-garage waar we wat onderdelen kunnen kopen, we hebben een nieuwe buitenspiegel nodig want de spiegel die
er nu opzit klapt steeds naar binnen als er een vrachtwagen tegemoet komt. Als we bij de garage zijn leggen we uit
wat het probleem is en we vertellen van ons eendje. Ze staan erop dat ik de eend even ophaal, want ze willen wel
eens zo'n rondvormige Dyane in het echt zien. Achter op de motor brengt de monteur me naar het guesthouse en ik
volg hem weer naar de garage. De motorkap moet omhoog en ze willen alles zien en voelen, nou goed het moet maar
even en natuurlijk ben ik ook wel een beetje trots. Na het garagebezoek rijden we even naar Arg-e-Bam. Arg-e-Bam is
het oude Bam, het is gebouwd rond 1200 en is geheel ommuurd door een dikke hoge muur. Het heeft heel erg veel
weg van een middeleeuws kasteel. Omdat het kasteel afgewerkt is met leem is het net een groot zandkasteel. We
rijden er omheen, morgen of overmorgen gaan we naar binnen om het gehele ommuurde stadje te bekijken. 's Avonds
eten we weer met de hele groep en na het eten komen er nog twee Engelsen bij, ze komen vanuit India, ze hebben
daar een Royal Enfield gekocht en nu rijden ze de motoren terug naar Engeland. Natuurlijk wil iedereen van alles
weten over Pakistan en India, want iedereen gaat de richting op van India. We praten over de beste routes en over
van alles en nog wat en we gaan laat naar bed.
De volgende morgen slapen we weer uit, we zijn hier immers in het
relaxe-oort. Na het ontbijt gaan we een beetje klussen aan de eend, voordat we Pakistan in rijden willen we er zeker
van zijn dat er geen mankementen zijn aan de eend, hier in Iran kunnen we de eend nog makkelijk laten repareren en
zijn er voldoende onderdelen. We monteren de nieuwe spiegel maken de ruiten schoon en we lopen alles na, gelukkig
kunnen we niks vinden, de eend is in goede conditie. 's Middags kan ik weer de labtop lenen van het Nederlandse stel
en ik ben een paar uur zoet met het schrijven van eendreis5.
Ik hoop dat ik morgen m'n verhaal af kan schrijven.
Deel 5: Quetta, Pakistan, 2 november 2000
|