![]() Menno & Marnix: Delft - IndiaDelhi, India, 15 november 2000Dag allemaal, Hier dan het vervolg van onze vorige email, op dit moment zijn we nog steeds in Delhi. Morgen pakken we de trein en reizen we naar Agra, waar een van de grootste en beroemdste tempels ter wereld staat, de Taj Mahal. Na Agra reizen we verder naar Varanasi, waar we daarna heengaan weten we nog niet precies... De vorige keer was ik gebleven bij het vertrek vanuit Jacobabad, hier nog even het laatste tekstfragment van die email:
Het is al druk op de stoffige weggetjes die door het stadje lopen. Zo druk dat we Tim op een gegeven moment zelfs
kwijt zijn. We denken dat ie achter ons zit, dus we stoppen even, maar hij komt maar niet, Marnix zal wel even gaan
kijken waar Tim blijft, ik blijf in de eend zitten. Al snel verzamelen zich kinderen om de eend heen, ze zijn op weg
naar school. Marnix blijft voor mijn gevoel uren weg, de massa wordt steeds groter, er staan wel honderd kinderen
om de eend heen, ze dragen allemaal een oranje schooltenue, het is niet echt relaxed meer ofzo. Dan zie ik Tim door
de mensenmassa heenkomen, hij was ons voorbij gereden dus we stonden voor niks te wachten, Marnix is er ook weer,
dus we kunnen weer verder rijden. Ik baan me een weg door de massa heen. Als we eenmaal weer op de grote weg zijn
wordt de weg beter en beter. Het landschap wordt ook steeds interessanter, gisteren reden we nog door de woestijn, nu
rijden we dwars door een van de vruchtbaarste gebieden van Pakistan, het stroomgebied van de rivier de Indus. Het is
alsof we in Indonesië beland zijn, rijstvelden, graanvelden, waterbuffels, overal wordt landbouw bedreven. We zien
constant mensen die het graan aan het oogsten zijn, ze slaan met grote bossen graan op de grond, zodat de graankorrels
loskomen. Overal water, we zien overal waterbuffels door het water buffelen, ik ben jaloers op de buffels, het is bloedheet
in de auto, een duik in het frisse water zou geen slecht idee zijn, helaas hebben we daar geen tijd voor vandaag, we
moeten kilometers maken. Als we ergens stoppen om even wat te drinken, worden we natuurlijk weer aangesproken,
gelukkig zijn er niet zoveel mensen in de buurt dus het blijft relaxed. De mensen zijn vriendelijk hier. Ook de mentaliteit
ten opzichte van buitenlanders is een stuk beter dan in Iran bijvoorbeeld, in Iran probeerden ze je overal te naaien, je moest
altijd afdingen als je ergens iets kocht of ergens ging eten. Hier in Pakistan zijn de mensen een stuk eerlijker. De mensen hier
in het oosten van Pakistan lijken erg veel op de Indiërs qua uiterlijk, niet zo heel vreemd natuurlijk, dit was ooit West-India.
Wat verder opvalt in Pakistan is dat iedereen dezelfde kleding draagt, de mannen dragen allemaal een soort lange dunne
katoenen blouse met daaronder een dunne wijde katoenen broek, de kleuren zijn licht en broek en blouse hebben dezelfde
kleur, echt iedereen draagt ze. Vrouwen zie je erg weinig op straat, ze zitten thuis en komen nauwelijks hun huis uit. De
vrouwen die je ziet zijn allemaal gesluierd, sommige vrouwen hebben zelfs neus en ogen bedekt, ze kijken en ademen
door een soort gaas, het gezicht is geheel bedekt.
De volgende dag voel ik me gelukkig alweer wat beter. Alleen vandaag is het Marnix z'n beurt, hij moet ook overgeven 's ochtends, maar nadat hij alles eruit gegooid heeft gaat het een stuk beter met hem. Hij zegt dat ie wel in staat is om verder te rijden, ik voel me veel te zwak om zelf te gaan rijden, dus hij rijdt vandaag. We spreken af dat we een niet te grote afstand af zullen leggen vandaag. Het doel voor vandaag is Bannu, zo'n 250 km naar het noorden vanaf Dera Ghazi Khan. Ik ben er niet echt bij vandaag, ik zit op de bijrijdersstoel en fungeer als "kan ik er langs ja of nee?", het inhalen blijft lastig als je aan de verkeerde kant zit. Gelukkig komen we vroeg in de middag aan in Bannu, we vragen aan iemand of er een hotel is in het stadje, hij snapt niet wat we bedoelen, hotel ?, otel ? hoootel ?, hoe we het woord ook uitspreken, hij snapt er niks van, we vragen het maar aan iemand anders, deze keer hebben we beet, iemand die goed Engels spreekt, hij zal ons wel even de weg wijzen. We komen bij een erg luxe uitziend hotel, we vragen wat een overnachting kost, de prijs is vrij hoog maar we hebben de energie niet meer om verder te gaan zoeken en we kunnen wel een beetje luxe gebruiken. De eigenaar van het hotel is echt supervriendelijk, hij regelt alles voor ons, hij behandelt ons alsof we zijn zoons zijn, wat een aardige oude man. De volgende dag voel ik me echt een stuk beter, ik ben de vorige avond vroeg gaan slapen en dat heeft veel goeds gedaan. Marnix voelt zich daarentegen een stuk slechter, dus ik moet maar rijden vandaag. De wegen zijn goed, het schiet aardig op, het landschap is vrij saai, wat heuvels, droog, weinig aan. Het is druk op de weg, we moeten vaak wachten met inhalen, die verdomde vrachtwagens als die er niet waren zaten we nu al in Delhi... Het is een saaie rijdag vandaag, er gebeurt weinig spannends. Om een uur of 16.00 komen we aan in Peshawar, ons einddoel voor vandaag. Peshawar is een vrij grote stad, de Lonely Planet is vrij positief dus we hopen dat we eindelijk eens in een interessante Pakistaanse stad terecht zullen komen. Het hotel is gelukkig snel gevonden, een goedkoop maar vrij goed hotel. We zijn voorzichtig met wat we eten, want we willen niet weer zo ziek worden, we hebben nog wat pasta-een-beetje-water-erbij-en-klaar-maaltijden, normaal niet te eten maar het smaakt nu echt goddelijk, Marnix is helaas een beetje te ziek om te eten, hij slaapt de rest van de dag. Ik ga ook maar vroeg slapen, er is verder niet veel te doen in het hotel, geen andere reizigers helaas. De volgende dag voelt Marnix zich alweer wat beter. We besluiten de stad in te gaan, we lezen in de Lonely Planet dat er een grote Smuglers Bazar is aan de rand van de stad, allerlei smokkelwaar uit Afghanistan, we zitten hier niet echt ver van Afghanistan af. De provincie waar we zitten heet Kashmir en de overheid heeft hier eigenlijk niks te zeggen, het gebied wordt niet of nauwelijks bestuurd. Er is bijna geen politie, alleen op de hoofdwegen en in de steden, de wapenhandel is vrij, er wordt heel veel gesmokkeld. Eigenlijk is het niet zo'n fijne plek om te reizen, maargoed we moeten er doorheen en we merken eigenlijk niks van een eventuele onveilige situatie. De Smuglers Bazar is weinig aan, na een uurtje zijn we wel uitgekeken hier. We laten ons met een motor-riksja weer naar het centrum van de stad rijden. Als we een grote moskee zien, gaan we een kijkje nemen, in de moskee worden we aangesproken door een bijdehand ventje van een jaar of 10, hij spreekt erg goed engels voor zijn leeftijd en hij is goed bij. Hij wil wel als gids voor ons spelen vanmiddag, we vinden het prima. Hij laat ons alle bezienswaardigheden zien, we belanden in een Hindoestaanse tempel, we zien wat oude moskeen en lopen door het oude centrum met z'n smalle straatjes en houten huisjes. Het valt een beetje tegen allemaal, maar onze gids heeft z'n best gedaan. We betalen hem omgerekend ongeveer een dollar, aan z'n ogen te zien is hij erg blij met het geld, voor hem waarschijnlijk een klein fortuintje. We nemen afscheid en lopen weer richting ons hotel, na het eten gaat Marnix alweer vrij vroeg naar bed, ik ben nog niet echt moe, als ik buiten even op de galerij sta raak ik in gesprek met de Pakistaanse buurman, een aardige man, hij spreekt goed Engels en we drinken samen thee en praten over van alles en nog wat. Om een uur of 23.00 zoek ik ook m'n bed maar eens op. De volgende dag staan we vroeg op we gaan vandaag de bergen in, we willen een stukje van de Cara Quorum Highway gaan rijden, een wereld beroemde weg dwars door de Pakistaanse hooggebergten heen, bergen van meer dan 8000 m hoogte. De passen op deze weg zijn soms meer dan 4600 m hoog. Om op de Kara Korum Highway te komen moeten we eerst een andere weg door de bergen nemen. Op de kaart zien we al dat de wegen slecht zullen zijn. Normaal rijden we op de rode wegen, maar deze weg door de bergen is deels geel en zelfs een stuk witte weg. Maargoed, we hebben gehoord dat de weg wel mee zou vallen. Het gele gedeelte van de weg is inderdaad goed te doen, de omgeving is prachtig, witte bergtoppen, frisse rivieren, overal groen, eindelijk weer eens frisse lucht om in te ademen. Als we op het witte gedeelte van de weg komen is het gebeurt met de goede weg, soms is er helemaal geen weg meer, door de modder, rotsachtige paden, half ingezakte bruggetjes, steile hellingen, de eend wordt weer eens goed uitgetest, gelukkig gaat het prima allemaal, het schiet alleen totaal niet op, we moeten nog 50 km en het begint alweer te schemeren. Gelukkig zijn er hier geen tegenliggers met tegenlicht en we rijden erg langzaam door de slechte weg, dus echt gevaarlijk is het gelukkig niet. Rond een uur of 19.00 komen we aan in Besham, een klein bergdorpje, het hotel is makkelijk te vinden. We laten het eten op onze kamer bezorgen, het is weer eens niet te eten, in Pakistan hebben ze geen verstand van lekker eten. Na het eten lopen we nog wat rond door het dorpje, zelfs in deze mooie schone omgeving weten ze er toch een smerig en stinkend dorp van te creëren... (wordt vervolgd) Menno Deel 8: Agra, India, 18 November 2000 |