John & Stef: België - Iran
Tabriz, Iran - Orumiyeh, Iran
Reis naar Iran : deel 7
Ma 18 juni: Tabriz
Vandaag probeer ik de toelating te bemachtigen om de Kelisa Darre Sham te bezoeken (Jolfa). Je hebt een toelating nodig,
omdat deze kerk zo dicht bij Azerbeidzjan ligt. Het wordt een lange wandeltocht tussen de toeristische dienst en het
politiekantoor. Tijdens deze wandeltocht stop ik even voor een bezoekje aan de Kelisa-ye Maryam-e. Een Armeens kerkje in
het centrum van Tabriz. Het ligt er geperst tussen de flatgebouwen. De stijl ligt tussen een orthodoxe en katholieke kerk.
Na het middagmaal word ik door studenten uitgenodigd om hun engelse les mee te volgen. De leraar wijkt af van zijn
lessenpatroon en we praten er wat op los. Farzam is 14 jaar en de jongste student. Hij volgt reeds 8 jaar engels en
spreekt het vlot. Iman een 60 jarige tapijtverkoper is de oudste. Ik doe de test mee die voor vandaag gepland is. Foei:
9 fouten op 40 vragen. Ik wist niet dat de Gerund en infinitives zo moeilijk waren. (to have of having).
`s avonds schrijf ik het verslag op internet en ga nog wat praten met de vrienden van de computershop.
Als ik terugkom aan de deuche zie ik dat er weeral op het kofferdeksel werd geschreven. Ik kuis het nog maar eens af en
wrijf er olie op. Ik hoop dat dit helpt... Later zal blijken dat detergent (dreft) een beter afweermiddel is.
di 19 juni: Tabriz - Orumiyeh
Op de weg naar Jolfa kom ik achter een supertrage pick-up. Dat ik eventjes de witte lijn gebruikte om hem voorbij te steken
vindt de politie niet zo leuk! Ze zijn vriendelijk, maar de truc met de alcocholstift lukt deze keer niet en ik word 50000 rials
armer (het valt mee zo een 350 Bef). Het kerkje valt wat tegen. Er is instortingsgevaar, zodat de gewelven in de steigers staan.
Het weggetje ernaartoe is wel leuk. Het loopt net naast de rivier die de grens vormt. Ik kom tientallen lege controle- en uitkijkposten
aan beide kanten van de grens tegen. De vijand is er niet meer? In Jolfa word ik door Ezzi uitgenodigd voor het middagmaal, weigeren
helpt niet en na 6 maal uitgenodigd te worden hap ik toe. Het middagmaal komt enkel mijn maag ten goede, want als ik rechtkom uit
kleermakerszit doen mijn heupgewrichten redelijk pijn. De laatste dagen heb te veel de kleermakerszit geoefend.
De laatste 100 km voor Orumiyeh rijd ik door een pikzwart decor. Het geheel wordt geaccentueerd door de natuurelementen. Het
decor wordt versierd door een dubbele regenboog en enkele bliksemschichten. Hier en daar wordt een bergje geaccentueerd door
een felle zonnestraal. De hel breekt los! Het water komt zelfs langs het stuurhuis binnen. Van defensief rijden in deze omstandigheden
hebben de Iranezen nog nooit gehoord. In de laatste 20 km kom ik 3 accidenten tegen. Ze staan dan als kippen met een bloedrode
kop tegen elkaar te roepen.
Woe 20 juni: Orumiyeh
Orumiyeh is de stad waar je de meeste Jyanes ziet. Je komt ze tegen in alle kleuren en alle vormen. De technische kant is niet te
fameus. Hier en daar wordt er langs de kant van de weg aan gesleuteld. Als ik uit Orumiyeh via de grensovergang Sero (zuidelijker
gelegen grensovergang dan Bazargan) Turkije kan bereiken spaar ik 600 km uit. De lonely planet vertelt echter niet veel goeds
over deze grensovergang. Het Turks Consulaat geeft mij een bevredigend antwoord: de grens is veilig (PKK) en vlot voor
toeristen. De plaatselijke moskee biedt opnieuw nieuwe elementen. Toch heb ik het gevoel reeds alles gezien te hebben. Ik trek
naar een bergdorpje. Het orthodoxe kerkje heeft een deurgat dat op maat is gemaakt voor kabouters. Hier bidden Christenen
en Moslims samen. Mooi toch! Daar we hier zo ver zitten van de bewoonde wereld en omdat de christenen het nut niet inzien
van de kledijcode lopen de meeste vrouwen hier zonder hoofddoek rond. Wie dacht dat België een voorbeeld is van een
multiculturele samenleving heeft het verkeerd voor: in Iran is 50 procent Iranees, ze leven in vrede samen met Turken, Koerden,
Azerbeidjanen, Turkmenen, Afghanen,...
`s Avonds geniet ik op een heuvel van de zonsondergang boven het Orumiyehmeer.
do 21 juni: Orumiyeh
`s Morgens ga ik naar het strand. Wat een tegenvaller!! Het strand ligt naast een industrieterrein. Het water heeft een dikke
korst zout en vuiligheid op het strand achtergelaten. Het Orumiyehmeer is na de dode zee het meest zoute meer op deze
aardkorst. Heb ik voor deze vuiligheid zo een ommetoer gemaakt? 50 km noordelijker zou er een mooie rotsformatie liggen.
Ik zal mijn kans daar eens wagen. Aan een benzinestation kom ik Younes tegen, een vrachtwagenchauffeur. Hij vergezelt me
naar de rotsformatie. Deze rots is wondermooi, tevens is het strand hier proper. In de namiddag gaan we samen zwemmen.
We gaan naar het strand met zijn Mack uit 1975. Een prachtexemplaar voor wie van afgeleefde oldtimers houdt. Enkel
het hoogstnoodzakelijke werkt nog: toerenteller, kilometerteller, startknop,...zijn defect. Deze '20 vitesser' schakelt stroef,
maar door af en toe tussengas te geven en beide poken tegelijkertijd te schakelen raak je toch nog vooruit. Een echte
belevenis. Het meer bevestigt de wetten van de fysica: door het hoge zoutgehalte moet je niet zwemmen: leg je met je rug op
het water en je kunt een krant lezen.
vr 22 juni: Orumiyeh
Vandaag is het weekend in Iran. Ik heb met Younes afgesproken om nogmaals te gaan zwemmen. Het strand staat volgeparkeerd
met Paykans, Jyanes en trucks. Het water is zo lekker warm en niettegenstaande ik een slechte zwemmer ben, zwem ik wel 1 km
ver. Om uit te rusten dobber ik wat rond. Het zout bijt in alle wondjes. Eenmaal uit het water spoelen we de witte laag van ons af
aan de Mack. Nu alles opgedroogd is begint het zout te bijten op mijn tere plaats. Ik blijf verder spoelen met zoetwater, maar het
helpt weinig. Die Iranezen hebben er blijkbaar geen last van. Een kwartier later is het ergste voorbij.
`s Avonds wordt het genieten van mijn laatste avond in Iran. Younes zijn vrouw maakt een heerlijk avondmaal klaar.
Nabeschouwing:
Voor ons westerlingen is de positie van de Iranese vrouw vreemd. Ze worden meestal gerespecteerd door hun man, maar toch
gebeurt bijna alles apart. Zelfs bij familiebijeenkomsten zitten mannen en vrouwen in een andere kamer. De vrouw die het
lekkere maal bereidt zal in vele gevallen, als er een vreemde is, niet mee aan tafel zitten. Voor hen is dit zo'n een evidentie,
voor ons lijkt dit discriminatie.
Tips:
- Het zit hen diep in de wortels (godsdienst) dat ze vreemdelingen moeten helpen.
Als ze je thee aanbieden, kun je daar op ingaan. Als ze je een maal of
slaapgelegenheid aanbieden is dit een vorm van beleefdheid. Je wijst dit best
af. Als ze het 3 of 4 keer vragen betekent het dat ze het menen.
Hierbij zeggen ze meestal: het is onze plicht om dit te doen. Dit menen ze.
Probeer hen dus niet bij te brengen dat ze dit enkel mogen doen uit vrije wil,
omdat ze het graag doen,... dit leidt tot eindeloze discussies.
-Atheïsme is totaal onbegrijpelijk voor hen.
-Samenwonen zonder getrouwd te zijn is voor hen pure taboe.
-Ze spreken je meestal aan met Mister .... dit is hun vorm van respect tegenover
de gast. Spreek hen dan ook aan met Mister.
groetjes
John
Deel 8: Van, Turkey, 25 Juni 2001
|